Wat is server-side tagging?

Aankomende veranderingen in het verzamelen van gebruikersdata

Je hebt vast weleens gehoord van third-party cookies. Dit zijn kleine bestandjes die je surfgedrag op verschillende websites bijhouden. Erg handig voor marketeers, omdat we zo precies kunnen zien waar jouw interesses liggen. Maar de tijden veranderen: grote browsers zoals Google Chrome nemen afscheid van deze cookies. Google geeft aan dat we ons voor moeten bereiden op een volledige beperking van alle third-party cookies, andere browsers zoals Firefox en Safari zijn hier al eerder mee gestart. Naar verwachting zullen alle third-party cookies eind 2024 verdwijnen. (Lees hier meer over first-party cookies).

Deze verandering maakt het voor bedrijven lastiger om het surfgedrag van klanten te volgen. Dat heeft impact op hoe je als bedrijf je klanten online volgt en begrijpt. Je mist hierdoor als het ware het roer om je schip te sturen, omdat je geen helder zicht meer hebt op de ‘echte’ resultaten van je marketingactiviteiten. Daarom is het belangrijk om naar alternatieven te kijken, en server-side tagging is hier een geschikte kandidaat voor. Server-side tagging, een moeilijke term, maar het is belangrijk dat we begrijpen wat het is.

Client-side tagging versus server-side tagging

Normaal gesproken, wanneer iemand jouw website bezoekt, worden allerlei acties en interacties vastgelegd door middel van kleine stukjes code, tags, die op je website zijn geplaatst. Deze tags sturen informatie door naar verschillende externe diensten zoals Google Analytics of andere netwerken. Dit wordt client-side tagging genoemd, omdat de verwerking plaatsvindt in de browser van de gebruiker.

Bij server-side tagging draaien we dit proces om. In plaats van dat al deze data direct vanuit de browser van de bezoeker naar externe diensten wordt gestuurd, wordt het eerst naar jouw eigen server gestuurd. Op jouw server wordt deze data dan verwerkt, gefilterd of verrijkt voordat het wordt doorgestuurd naar de externe diensten. Je hebt dus een tussenopslag gecreëerd waar je volledige controle hebt over de data die verzameld wordt en waar deze heen gaat.

Het grote verschil tussen client-side en server-side tagging

Laten we het verschil tussen client-side en server-side tagging bekijken met een voorbeeld. Stel: iemand meldt zich aan voor een nieuwsbrief op je website.

1. Bij client-side tagging wordt deze actie direct vanuit de browser van de gebruiker naar externe tools zoals Google Analytics gestuurd. Dit proces is volledig afhankelijk van de browser en kan beïnvloed worden door bijvoorbeeld het blokkeren van cookies.
2. In het geval van server-side tagging wordt de aanmeldingsinformatie eerst naar de server van je website gestuurd. Pas nadat de server deze informatie heeft verwerkt, wordt het doorgestuurd naar externe tools. Dit proces vindt plaats onafhankelijk van de browser van de gebruiker.

Het grote verschil zit dus in waar de data verwerkt wordt: bij client-side tagging gebeurt dit in de browser van de gebruiker, terwijl bij server-side tagging de verwerking op jouw server plaatsvindt. Dit heeft invloed op de afhankelijkheid van de browserinstellingen van de gebruiker en op de manier waarop je de data controleert voordat deze wordt doorgestuurd.

Aan de slag met server-side tagging in de praktijk

Hieronder volgt een stap-voor-stap uitleg van het proces, inclusief het instellen van een subdomein, het plaatsen van een ‘Enhanced tracking script’ en het instellen (configureren) van Google Tag Manager.

Stap 1: Inrichten van een subdomein

Het proces begint met het inrichten van een subdomein op je website. Dit subdomein dient als de locatie waar je server-side tagging omgeving zal werken. Het instellen van een subdomein, zoals ’tracking.jouwwebsite.nl’, zorgt ervoor dat de verzamelde data als first party data wordt beschouwd. Het subdomein fungeert als een soort doorgeefluik van de website data, naar je eigen server.

Stap 2: Server-Side Code plaatsen

Je begint met het plaatsen van het ‘Enhanced tracking script’ op je website. Dit script werkt anders dan het normale stukje code dat je op je site zou zetten. Het is speciaal gemaakt om gegevens van mensen die je website bezoeken te verzamelen. Eerst stuurt het die gegevens naar een soort tussenstation op je website, de webcontainer. Daarna worden de gegevens vanuit de webcontainer doorgestuurd naar de server container, die je in de volgende stap gaat instellen.

Stap 3: Configureren van Google Tag Manager

Nu ga je een speciale container maken in Google Tag Manager (GTM) die bedoeld is voor server-side tagging. Dit betekent dat je een aparte plek maakt waar je aangeeft welke gegevens je wilt verzamelen en wat je ermee wilt doen. In deze container stel je verschillende tags in. Deze tags vertellen GTM welke acties op je website hij moet volgen, zoals wanneer iemand een pagina bezoekt of een aankoop doet

Stap 4: Data doorgeven naar externe platformen

Wanneer alles correct is ingesteld, wordt de data die via de webcontainer naar de server container is gestuurd, doorgestuurd naar de externe platformen zoals Google Analytics en Facebook. Deze stap is belangrijk, want hier bepaal je welke specifieke webgegevens doorgestuurd worden naar de door jou geconfigureerde externe platformen. Door deze instellingen kun je precies bepalen welke informatie wordt gedeeld. Waardoor je zowel de kwaliteit van de data behoudt als de privacy van je gebruikers waarborgt.

Jouw rol in server-side tagging

Om het meeste uit server-side tagging te halen, zijn er een paar dingen belangrijk voor jou als website-eigenaar. Zorg eerst dat je website genoeg bezoekers heeft, bijvoorbeeld minimaal 100 per maand. Dit is belangrijk omdat je dan meer data hebt om te analyseren en te gebruiken. Server-side tagging is vooral handig als je beslissingen maakt op basis van data of als je online adverteert. Het helpt je om betere data te verzamelen, wat leidt tot slimmere keuzes in je marketingactiviteiten. In het digitale tijdperk waarin privacy en nauwkeurige data erg belangrijk zijn, is server-side tagging een essentiële oplossing.